Welnu, ik zal je wat vertellen over mijn autisme… ‘Jouw autisme?‘, hoor ik je denken… Ja, mijn autisme. Want voor elke persoon met autisme, of autist (mijn maakt het helemaal niet uit hoe je me noemt) is het weer anders. De een heeft meer last van licht of felle kleuren, de ander meer van hoge geluiden, en de volgende wil geen labels in zijn of haar kleding omdat die zo irriteren. Ik ben een mengeling… Om het even nog makkelijker te maken. Ik heb af en toe last van fel licht, mijn gehoor is te vergelijken met dat van een kat, ik hoor alles en ik hoor vaak dingen harder waardoor ik bang ben voor harde geluiden… En kleding labels, tja, ik heb misschien één of twee labels uit mijn huidige kleding gehaald omdat ze vervelend waren. De rest, daar heb ik geen last van.
Ik heb vooral ‘last’ van mijn autisme als ik moe ben. En moe ben ik eigenlijk altijd. Ik heb een delicate balans die bijna elke week ombuigt naar oververmoeidheid. Dit komt omdat ik afspraken heb bij medische specialisten, de buurman die plots voor mijn deur stond of ik moet even naar het dorp. Hoewel bijna alle mensen die ik tegenkom erg vriendelijk zijn, kost het mij enorm veel energie om op een ‘normale’ manier te kunnen reageren. In mijn hoofd woed er dan een orkaan met vragen als welke begroeting gebruik ik bij de kassière, kan ik een fijn weekend wensen terwijl het vrijdag is, welk gespreksonderwerp moet ik aansnijden bij de buurman, misschien weer over het weer, wat weet ik van het weer en hoe kom ik de behandeling van een uur weer door zonder te diep op onderwerpen in te gaan zodat ik geen dingen vertel die ik niet wil… Zwaar vermoeiend, want nette omgangsvormen zijn mij met de paplepel ingegoten dus alsof er een knop omgaat spreek ik netjes met iedereen. Maar als ik thuis kom, stort ik in. Daarom is de meest gehoorde reactie over mijn autisme “Goh, zou je niet zeggen dat je autisme hebt, weet je het zeker?”. Ja, ik weet het zeker. Ik heb in 2012 mijn diagnose gekregen, officieel het Syndroom van Asperger. Maar in de huidige DSM5 bestaat deze niet meer. Alles is nu ondergebracht onder ASS (Autisme Spectrum Stoornis).
Nadat ik mijn diagnose kreeg op 25 jarige leeftijd, viel ineens alles op zijn plaats. Waarom ik altijd zo’n moeite had met vrienden en vriendinnen. Ik was een meisje wat overal bij hoorde, maar toch ook weer nergens bij hoorde. Ik heb regelmatig mijn hoofd gestoten doordat ik teveel prikkels over mij heen kreeg, toen nog niet wetende dat dat de oorzaak was van mijn vlucht naar rust. Ik was beste vrienden met mijn kat genaamd Spot. Ik ben uitgevallen op mijn school en heb met veel moeite toch een diploma kunnen bemachtigen terwijl mij medestudenten dit makkelijk deden. Daarna op de werkvloer heb ik baantje na baantje gehad, maar overal vloog ik uit de bocht en kwam huilend thuis te zitten. Nu weet ik dat ik zwaar overvraagd werd omdat ik niet wist wat ik zelf aankon.
Momenteel ben ik sinds 2012 nog steeds aan het leren over mijn eigen autisme. Wat kan wel, wat kan niet. Laatst heb ik een cursus gevolgd, 1,5 uur rijden verderop, over de zorg voor moederloze kittens. Ik had verwacht dat ik helemaal overprikkeld thuis zou komen en mezelf op zou sluiten in mijn kledingkast (ja, dit doe ik als ik overprikkeld ben) maar eigenlijk is het heel goed gegaan. Een eerder bezoekje aan oma (ook 1,5 uur verderop) zorgde wel voor deze reactie, wat ik weer helemaal niet aan zag komen. Zoals je merkt bestaat mijn leven momenteel vooral uit zoeken, proberen, vallen en weer opstaan, paniekaanval hier, overwinning daar… En daar wil ik graag over bloggen. 😊